top of page

KILLER KITTEN II

Terwijl Mohammed in het donker het rubber van de wielen scheurt en ik me bedenk dat het sowieso met mij gedaan is als we een ongeluk krijgen, belt Miranda met goed nieuws. Zij heeft een arts gevonden die nog wat vaccin in de koelkast heeft liggen. Het maakt niet uit hoe laat het wordt; hij weet dat we van ver komen en wacht tot we aankomen in Abidjan.

Grote opluchting. Voor even.

Ik zal hier niet het hele vaccinatieprogramma oplepelen, maar het luistert nogal nauw en je hebt een serie van vier of vijf injecties nodig op gezette tijden, en het liefst ook anti stoffen. De Libanese arts die toevallig nog wat had liggen kan me helpen aan twee doses, voor dag 0 en dag 3. Vijftien uur na mijn beet, ’s nachts, krijg ik mijn eerste vaccinatie. Grote opluchting. Voor even.

Terug in Bouaflé lijkt het katje het goed te doen, maar op zaterdagochtend staat ze niet op ons terras enthousiast te wachten tot we ons bed uitkomen. Ze ligt in haar mandje en komt er niet uit om te eten. Ze takelt in snel tempo af. De dierenarts werkt niet op zaterdag en kan haar niet uit haar lijden verlossen. Wij durven het niet. Tussen de bedrijven door gaan we naar de kerkelijke inzegening van het huwelijk van een jongen uit L.’s team. Het is een prachtige dienst en ik doe krampachtig mijn best om te glimlachen en blij te doen, maar ik vecht de hele tijd tegen de tranen.

L. wordt ziek. Heel ziek.

Het beeld van dat tere katje dat vecht tegen de onverbiddelijke dood, de hardheid van het bestaan…we worden er keihard mee geconfronteerd.

Het katjes sterft, in 12 uur tijd volledig uitgemergeld. Ik huil alsof er een dierbaar familielid is overleden en pak intussen mijn spullen om naar Nederland af te reizen. Er zijn afspraken gemaakt bij de GGD om mijn anti rabiës programma af te ronden zodat ik niet binnenkort aan mijn kinderen moet uitleggen welke domme actie mijn voortijdige einde heeft ingeluid.

Drie weken duurt het traject nog en de emoties zijn hoog opgelopen; ik jank nog elke keer als ik het over het onooglijke katje heb. Ik heb mijn laatste vaccinatie amper binnen en ben nog zo labiel als de Pieten, of L. wordt ziek. Heel ziek. En hij wordt maar niet beter.

We maken de balans op.

De verkorte versie van dit verhaal is dat er complicaties zijn opgetreden bij een zoveelste malaria en hij half dood naar Abidjan wordt vervoerd. Hij gaat langs het randje, maar in het ziekenhuis in Abidjan lappen ze hem voldoende op zodat hij naar Nederland vervoerd kan worden voor verder onderzoek en hopelijk volledig herstel. We houden elkaar stevig vast, helemaal doordrongen van de wetenschap dat het leven kwetsbaar is en feitelijk altijd aan een zijden draadje hangt. L. knapt beetje bij beetje op, we tellen onze zegeningen en maken de balans op.

bottom of page