top of page

Dan schrijf je toch gewoon een boek

‘Je wil jouw situatie toch zeker niet met de mijne vergelijken?’ zegt mijn single schoonzus verontwaardigd. ‘Nee, nee, natuurlijk niet’ probeer ik te sussen. We strijden om de titel ‘wie heeft het zwaarste leven’ en ik lig een straatlengte op haar voor want heb het vandaag erg met mezelf te doen. Toegegeven, ik heb een geliefde, maar zij heeft een drukke baan, is onder de mensen en woont weliswaar in haar eentje net als wij in een buitenland, maar wel in één waar ze kan gaan en staan waar ze wil en van alles kan ondernemen. Ik daarentegen zit hele dagen thuis te wachten op mijn kostwinner.

‘Dan schrijf je toch gewoon een boek?’ vervolgt ze enigszins gekalmeerd. Tuurlijk joh, als je het echt niet meer weet, dan schrijf je ‘gewoon’ een boek. Ik wil helemaal niet schrijven, ik kan helemaal niet schrijven.

Ik mis mijn werk. Althans, ik mis contact met collega’s en kinderen en het gevoel dat ik nut heb. Dat ik recht heb op mijn aandeel zuurstof en ruimte. En ik vind dat ‘ze’ me nodig hebben. Maar daar verschillen wij dus van mening.

Ik mis contact met collega’s en kinderen en het gevoel dat ik nut heb.

Dat ik recht heb op mijn aandeel zuurstof en ruimte

Na heel veel jaren in het onderwijs en ervaring over de grens op allerlei niveaus, leek het me niet al te moeilijk om in Afrika onbetaald aan de bak te komen, maar dat valt vies tegen.

Roger, L.’s Franse leraar aan huis, biedt aan om me eens voor te stellen aan de sectie Engels op zijn school. Woensdagochtend om half 8 parkeer ik de auto met kloppend hart voor de Collège Moderne. Het is een ruim opgezet laagbouw complex dat van de weg gescheiden wordt door een fris geschilderde muur in de kleuren van Bouaflé, wit en lila, met her en der spreuken erop gestempeld zoals, ‘l’effort fait les forts’ en ‘ce qui appartient a l’etat est un bien commun’.

De gebouwen staan verspreid over het onverharde, stoffige terrein. Leerlingen in schooluniform kijken belangstellend naar de witte vrouw die over het terrein loopt. Ik meld me bij Roger en samen zoeken we de schooldirecteur, meneer N'Dja K. We vinden hem in een ruimte waar een leerling met kromme schouders en gebogen hoofd lijdzaam het gefoeter van de directeur ondergaat. Wat hij heeft uitgespookt is me niet duidelijk, wel dat hem een lange dag te wachten staat.

tout va changer

Mr. N’Dja K. neemt me mee naar zijn slecht verlichte kantoor, zet direct de airco aan en gaat zitten achter een groot, glanzend bruin gelakt bureau. Ik mag plaats nemen in de zithoek en kan de Fanta die me wordt aangeboden niet weigeren. We praten wat over ditjes en datjes, veel meer laat mijn Frans nog niet toe, en wachten op de heren van de sectie Engels. Langzaam druppelen ze binnen, 9 stuks totaal. We maken kennis en proberen te bedenken hoe ik ze van nut kan zijn. Intussen verzekert Mr. N’Dja K. de sectie dat ‘tout va changer’ met mijn komst en roept hij ons bemoedigend toe dat we ook wel in het Engels kunnen overleggen. De moed zakt me in de schoenen. We doen allemaal of we het niet hebben gehoord, want er is maar één docent die het aandurft om iets te zeggen in het Engels. De overige mannen zijn dicht geklapt en als ze ergens geen zin in hebben, dan is het wel dat ik de boel daar kom opschudden. Ik mag die dag een aantal lessen bijwonen en later zullen we nog wel bekijken wat ik eventueel voor ze kan betekenen.

Met dank aan Roger voor het nemen van deze foto

De lokalen hebben openingen die als raam dienst doen en alle deuren staan open, maar ondanks het vroege tijdstip is het verschrikkelijk warm. De klassen zijn overvol; meer dan 70 kinderen vullen de ruimtes van pakweg 30 vierkante meter. Ze zitten met zijn drieën of vieren in ouderwetse schoolbanken met de inktpotten er nog in, en hebben een schrift en potlood. Er hangt een groot schoolbord voor in het lokaal en de leerkracht heeft krijt. Het enige boek in deze ruimte is een zogenaamd inkijkexemplaar waar de docent uit werkt.

Ik ben vol ontzag. Wat doe je met een lokaal vol kinderen waarvan een aanzienlijk deel op een lege maag naar school is gekomen, zonder materiaal of geld voor het maken van kopieën? Zonder fysieke ruimte voor het oefenen van dialoog of rollenspel? De mannen doen wat ze kunnen, de één wat meer dan de ander, maar toch.

Meer dan 70 kinderen vullen de ruimtes van pakweg 30 vierkante meter

Als het lunchtijd is ga ik naar huis. Ik spreek af dat de sectie samen bespreekt wat ze met me willen, óf ze wat van me willen. Zonder dat ik erbij zit. Ik stel nog wel voor dat ik iedere les een paar leerlingen apart kan nemen om de mondelinge taalvaardigheid te oefenen of ze met wat individuele aandacht een beetje bij te spijkeren. Dat overleg duurt maar en duurt maar en de heren mijden me als de pest. Ik bedel her en der om een onbezoldigde functie als wat dan ook, maar niemand zit op mij te wachten.

Toch maar een stukkie schrijven dan?

Met dank aan Roger Ahossi Kouamé voor de foto van zijn klas die dit jaar maar liefst 80 leerlingen telt.

bottom of page